Androgenen en vetverlies: een alomvattend begrip


Androgenen, vaak geassocieerd met mannelijke kenmerken en voortplantingsactiviteit, spelen een veelzijdige rol die verder gaat dan alleen de interactie met de androgeenreceptor (AR). Ze interageren ook met verschillende andere receptoren, waaronder de glucocorticoïde receptor (GR). In het vetweefsel of lichaamsvet hebben androgenen een lipolytisch effect, wat betekent dat ze helpen bij het afbreken van vet in cellen. Dit effect wordt gedeeltelijk bereikt door de regulatie van beta-adrenerge receptoren en de modulatie van de algehele celactiviteit, waarbij paden zoals adenylaatcyclase betrokken zijn.

Een sleutelaspect van androgenen in vetverlies is dat een verhoogde activatie van de AR leidt tot verminderde opname van lipiden door vetcellen. Het is vastgesteld dat androgenen, die sterk aan de AR binden, de AR's in adipocyten (vetcellen) kunnen upreguleren. Daarom leidt een hogere affiniteit van een androgeen voor de AR tot een aanzienlijke toename van AR's in adipocyten, wat resulteert in een significante afname van onderhuids vetweefsel.

Maar welke andere mechanismen zouden verantwoordelijk kunnen zijn voor de vetverlagende effecten die worden waargenomen bij steroïden die sterk aan de AR binden? Deze steroïden kunnen de activiteit van lipoproteïnelipase (LPL), een enzym betrokken bij het transport van vetten naar adipocyten, verminderen. Ze kunnen ook de activiteit van vetzuursynthase en andere enzymen verminderen.

Sommige androgenen kunnen interageren met de GR, zoals afgebeeld in de bijgevoegde afbeelding. Deze interactie zou een ander mechanisme kunnen zijn achter hun vermogen om vetverlies te induceren. Het mechanisme omvat het binden van cortisol aan de GR, wat de activiteit van de LPL kan verhogen. Dit is contraproductief voor vetverlies, aangezien LPL vetophoping vergemakkelijkt. Daarom kunnen bepaalde androgenen via deze route de ophoping van lipiden voorkomen.

Tot slot is het opmerkelijk dat androgene steroïden de niveaus van catecholamines kunnen verhogen, wat rechtstreeks invloed heeft op de mobilisatie en verbranding van vet. Dit komt door hun interactie met bèta-adrenerge receptoren. Deze complexe interacties en meerdere paden benadrukken de significante rol die androgenen en androgene steroïden spelen bij het reguleren van lichaamsvet en benadrukken hun potentieel in strategieën gericht op vetvermindering.